De drie leden van het pastoraal team van het Mariaheiligdom van Kevelaer brachten op 10 april een bezoek aan de bisdomstaf van het Aartsbisdom Utrecht. Rector Stefan Dördelmann (die tevens Domkapitular in Münster is), pastoor Sebastian Frye en pastor Paul Hagemann werden vorig jaar door mgr. Genn, de toenmalige bisschop van Münster, benoemd.
Het Aartsbisdom Utrecht heeft zoals bekend oude en zeer hechte banden met het ‘Marienwallfahrtsort Kevelaer’ (Mariabedevaartsoord Kevelaer). Jaarlijks trekken vele Nederlandse katholieken per bus en zelfs per fiets of lopend naar de heilige Maagd Maria, Consolatrix Afflictorum (Troosteres van de Bedroefden) die sinds 1642 in Kevelaer wordt vereerd. Het Aartsbisdom Utrecht telt meerdere Broederschappen van Kevelaer, die jaarlijks ééndaagse of meerdaagse bedevaarten naar Kevelaer organiseren evenals vieringen in de parochies, zowel voorafgaand aan als na afloop van het bedevaartseizoen. “Kevelaer is ondenkbaar zonder de Nederlandse pelgrims,” zo wordt vaak gezegd.
Tijdens de ontmoeting spraken kardinaal Eijk, mgr. Woorts, mgr. Hoogenboom en vicaris Cornelissen met de Duitse gasten over de recente ontwikkelingen in het bedevaartsoord, zoals de viering van het Heilig Jaar en de aanstaande ingrijpende renovatie van het bekende ‘Priesterhaus’. Tijdens de bezichtiging van de aartsbisschoppelijke kapel werd de gasten een relikwie van de heilige Willibrord getoond, hetgeen veel indruk maakte. Hun bijzondere belangstelling ging natuurlijk ook uit naar de afbeelding (zie onder) in de aartsbisschoppelijke kapel van de heilige Ludgerus (Zuilen bij Utrecht, 742 – bij Billerbeck, 26 maart 809) die in het jaar 805 de eerste bisschop van het bisdom Münster werd. Hij speelde een belangrijke rol in de kerstening van de Saksen en Friezen. De ontmoeting met het pastoraal team van het Mariabedevaartsoord Kevelaer werd afgesloten met een gezamenlijke maaltijd.