Laudato Si Rozenkrans: een Spiritueel experiment

8 juni 2025

Laudato Si Rozenkrans: een Spiritueel experiment

Picture

Foto van van Jeremy Bishop (Unsplash.com)
Op Pinkstermaandag vierden we de zesde verjaardag van de encycliek Laudato Si’. Paus Franciscus nodigt ons uit om de komende jaren serieus werk te maken van ecologische bekering en heeft daartoe vanuit zijn integrale ecologie verschillende doelen vooropgesteld zoals bijvoorbeeld zorg dragen voor de natuur én voor de armen, het zoeken naar een eenvoudigere levensstijl maar ook nieuwe vormen van eco-spiritualiteit.

Op de website van de Global Catholic Climate Movement  vonden we een leuk, franciscaans idee terug: namelijk het Zonnelied bidden aan de hand van de Rozenkrans. Het idee is vrij eenvoudig: vooreerst je zoekt een rustige plek op in de natuur en je maakt het voor een aantal minuten stil: met al je zintuigen kom je tot rust: luister, kijk, voel en ruik Gods wonderlijke schepping.

Als je helemaal tot rust bent gekomen, dan kan je enkele verzen uit het Zonnelied telkens opnieuw herhalen. Het bidden door te herhalen is een eeuwoude techniek die in alle verschillende religies voorkomt. Of het nu de weesgegroetjes zijn of een mantra, de woorden graven zich, doorheen het herhalen, een weg naar je hart. De verzen die we kozen uit het Zonnelied zijn zowel het begin als het slot van het Zonnelied met daartussen de 4 elementen broeder wind, zuster water, broeder vuur en zuster, moeder aarde die symbool staan voor de hele schepping.

Het voelt misschien wat raar aan om verzen uit het Zonnelied te bidden aan de hand van Rozenkrans, maar sommige mensen die het uitprobeerden lieten weten dat het hen deugd deed. Je kan natuurlijk ook bidden met een tientje of gewoon ook de verzen tellen op je tien vingers.

Vertaling (Geschriften van Franciscus, 2006)
Altissimu onnipotente bon signore,
tue so le laude, la gloria e l’honore et onne benedictione.
Ad te solo, altissimo, se konfano,
et nullu homo ene dignu te mentovare.
Laudato sie, mi signore, cun tucte le tue creature,
spetialmente messor lo frate sole,
lo qual’è iorno, et allumini noi per loi.
Et ellu è bellu e radiante cun grande splendore,
de te, altissimo, porta significatione.
Laudato si, mi signore, per sora luna e le stelle,
in celu l’ài formate clarite et pretiose et belle.
Laudato si, mi signore, per frate vento,
et per aere et nubilo et sereno et onne tempo,
per lo quale a le tue creature dai sustentamento.
Laudato si, mi signore, per sor aqua,
la quale è multo utile et humile et pretiosa et casta.
Laudato si, mi signore, per frate focu,
per lo quale enn’allumini la nocte,
ed ello è bello et iocundo et robustoso et forte.
Laudato si, mi signore, per sora nostra matre terra,
la quale ne sustenta et governa,
et produce diversi fructi con coloriti flori et herba.
Laudato si, mi signore, per quelli ke perdonano
per lo tuo amore,
et sostengo infirmitate et tribulatione.
Beati quelli ke ’l sosterrano in pace,
ka da te, altissimo, sirano incoronati.
Laudato si, mi signore, per sora nostra morte corporale,
da la quale nullu homo vivente pò skappare.
Guai a quelli, ke morrano ne le peccata mortali:
beati quelli ke trovarà ne le tue sanctissime voluntati,
ka la morte secunda nol farrà male.
Laudate et benedicete mi signore,
et rengratiate et serviateli cun grande humilitate.
Allerhoogste, almachtige, goede Heer,
van U zijn de lof, de roem, de eer en alle zegen.
U alleen, Allerhoogste, komen zij toe
en geen mens is waardig uw naam te noemen.
Wees geprezen, mijn Heer met al uw schepselen,
vooral door mijnheer broeder zon,
die de dag is en door wie Gij ons verlicht.
En hij is mooi en straalt met grote pracht;
van U, Allerhoogste, draagt hij het teken.
Wees geprezen, mijn Heer, door zuster maan en de sterren.
Aan de hemel hebt Gij ze gevormd, helder en kostbaar en mooi.
Wees geprezen, mijn Heer, door broeder wind
en door de lucht, bewolkt of helder, en ieder jaargetijde,
door wie Gij het leven van uw schepselen onderhoudt.
Wees geprezen, mijn Heer, door zuster water,
die heel nuttig is en nederig, kostbaar en kuis.
Wees geprezen, mijn Heer, door broeder vuur,
door wie Gij voor ons de nacht verlicht;
en hij is mooi en vrolijk, stoer en sterk.
Wees geprezen, mijn Heer, door onze zuster, moeder aarde,
die ons voedt en leidt,
en allerlei vruchten voortbrengt, bonte bloemen en planten.
Wees geprezen, mijn Heer, door wie omwille van uw liefde
vergiffenis schenken, en ziekte en verdrukking dragen.
Gelukkig wie dat dragen in vrede,
want door U, Allerhoogste, worden zij gekroond.
Wees geprezen, mijn Heer, door onze zuster de lichamelijke dood,
die geen levend mens kan ontvluchten.
Wee hen die in doodzonde sterven;
gelukkig wie zij in uw allerheiligste wil vindt,
want de tweede dood zal hun geen kwaad doen.
Prijs en zegen mijn Heer,
en dank en dien Hem in grote nederigheid.[1]

Andere berichten

Ga naar de inhoud