Michel Bronzwaer over zijn promotieonderzoek naar de Focolarebeweging
Afgelopen zomer promoveerde Michel Bronzwaer, medewerker van de Stichting Thomas More, aan de universiteit van Tilburg op een proefschrift over de rooms-katholieke lekenbeweging Focolare en haar stichteres Chiara Lubich (1920-2008). Langs historische weg neemt hij de ontstaansgeschiedenis en de ontwikkeling van de beweging en haar spiritualiteit onder de loep. Vertrekpunt zijn de geschriften van Chiara Lubich die als jonge vrouw actief was in de Derde Orde van Franciscus en zich ontwikkelde tot zelfstandig inspirator met wereldwijde invloed.
“De wijsheid en diepgang maakten dat ik mijn leven en eigenlijk heel de werkelijkheid plots in een samenhangend verband begon te zien”
Even voor de vreemdeling in Jeruzalem: wat is de Focolarebeweging?
Het valt niet mee in enkele woorden te beschrijven wat de Focolarebeweging is. Niet voor niets bestaat mijn proefschrift uit 400 pagina’s! In het kort kun je zeggen dat de Focolarebeweging wil bijdragen aan de eenheid van de mensenfamilie, uitgaande van het laatste gebed van Jezus, “Vader, mogen allen één zijn” (Joh. 17,21). Je zou kunnen zeggen dat precies dát zijn ‘testament’ is. In een notendop heb je dan inderdaad de kern te pakken van de beweging, want vanuit die grondinspiratie is het allemaal begonnen en daar draait het nog steeds om.
Maar om het beeld wat concreter te maken, is het misschien goed toe te voegen dat Focolare inmiddels een wereldwijd verspreide beweging is, ontstaan uit leken, die mensen van allerlei achtergronden, leeftijden, roepingen en culturen inspireert, zelfs gelovigen van andere religies en niet-gelovigen.
Precies daar ligt de inspiratiekracht: bij het accent op de onderlinge verhoudingen, op het evangelische gebod van de liefde. Dat is de weg naar eenheid; op alle niveaus en in alle situaties. Het is de liefde die maakt dat eenheid geen uniformiteit wordt maar ruimte laat voor verscheidenheid.
Hoe bent uzelf met Focolare in aanraking gekomen?
Tja, ‘liefde op het eerste gezicht’! Dat was het. Ik was 21 toen ik, samen met mijn broers in aanraking kwam met jongeren van deze beweging, en via hen met heel de grotere gemeenschap van Focolare. Ik dacht: ‘Ja, zo heeft Jezus het bedoeld!’ Er was belangstelling, openheid, hartelijkheid. Ik zag dat ook personen die in de maatschappij niet echt meetellen er volledig werden opgenomen. Dit alles, maar misschien meer nog de wijsheid en de diepgang van wat verteld werd, maakten dat ik mijn leven en eigenlijk de gehele werkelijkheid plots in een samenhangend verband begon te zien: het Evangelie werd voor mij de verstaanssleutel van heel het christendom, van de roeping van iedere mens, van de betekenis van de wereld, van de zin van het lijden. Ik begreep alles nu vanuit het perspectief van ‘gave’: de ene mens is gemaakt om geschenk te zijn voor de ander; alle dingen, de natuur, heel de werkelijkheid is ons gegeven als gave van de Schepper om er zelf weer gave van te maken voor Hem.
Ja, dus ‘liefde op het eerste gezicht’, door de warmte en het licht dat dit ideaal voor mij betekende.
Focolare heeft u een groot deel van uw leven begeleid. Wat heeft het u gebracht?
Ik besloot al snel mijn leven in dienst te willen stellen van dit ‘leven voor eenheid’ en te kiezen voor een leven binnen een Fcolareleefgemeenschap. Na mijn studie rechten vertrok ik naar Loppiano, midden in de Toscaanse heuvels, waar Focolare sinds de jaren zestig een vormingscentrum heeft. Aan Chiara Lubich schreef ik een brief dat ze me waar dan ook heen kon sturen. Het werd – bijna tot mijn teleurstelling! – gewoon weer Nederland. Maar achteraf zie ik hoe fijn en vruchtbaar ik hier heb kunnen werken op allerlei niveaus.
Het leven in gemeenschap met andere focolarino’s, eerst in Nijmegen, toen in Amersfoort en nu in ons landelijk centrum Mariënkroon in Nieuwkuijk, heeft me enorm gevormd, in menselijk en spiritueel opzicht. Ik heb de kracht van het samen leven, werken en bidden ervaren, maar ik heb ook leren volhouden in moeilijke omstandigheden, verdragen, vergeven, telkens opnieuw beginnen.
Veel mensen zoeken richting in hun leven, innerlijke vrede. Heeft u vanuit uw achtergrond gouden tips voor de hedendaagse zinzoeker?
Was het maar zo eenvoudig… Wat ik op grond van mijn eigen ervaring wel kan zeggen is dat ik een basiszekerheid heb gevonden in de liefde van God. Ik weet me door zijn liefde, zijn vertrouwen, zijn barmhartigheid gedragen. En die liefde wil ik gewoon beantwoorden. Daarin vind ik de zin van mijn leven en innerlijke rust. Daarin vind ik geluk. Ik probeer – met vallen en opstaan – liefde te zijn daar waar ik woon, werk en ben. Vanuit onze spiritualiteit benadrukken we altijd de gerichtheid op de ander. In het geven ontvang je zoveel meer dan in het nemen.
Waar gaat uw onderzoek over? En wat is uw conclusie?
Ik heb de kans gekregen om te mogen graven in het leven, de werken en de spiritualiteit van stichteres Chiara Lubich. Het proefschrift heeft als titel ‘Enkel het Evangelie’. Want dat was eigenlijk mijn ontdekking: Chiara heeft nooit een eigen spiritualiteit willen stichten en eigenlijk niet eens een beweging. Zij wilde niet meer dan het Evangelie leven en riep iedereen – niemand uitgesloten – daartoe op. Enkel het Evangelie. En dat was voor haar een zaak van gemeenschap, niet een individuele zaak. Jezus’ gebod was immers dat van de onderlinge liefde – en daar zijn er ten minste twee voor nodig – en zijn testament “Mogen allen één zijn”. Door heel haar leven hierop in te zetten ontstond als vanzelf een steeds grotere gemeenschap. En de reikwijdte daarvan werd steeds ruimer. De conclusies van mijn proefschrift dienden zich dan ook als vanzelf aan: namelijk dat Lubichs denken een universeel denken is en dat zij niet zozeer een specifieke spiritualiteit heeft neergezet maar het Evangelie las – en leefde – op een manier die voor iedereen waarde heeft en die als ze echt beleefd wordt op allerlei plaatsen en sectoren van de maatschappij gemeenschap bevordert.
“Ik heb een basiszekerheid gevonden in de liefde van God. Aan die liefde wil ik beantwoorden en daarin vind ik zin en innerlijke rust”
Chiara Lubich
“De exclusieve keuze voor God was hetgeen dat Chiara Lubich ten diepste met de franciscaanse beweging verbond”
Er is een historische band met de franciscaanse derde orde, waarvan Chiara Lubich lid was. Waarom verwezenlijkte zij haar ideaal niet binnen de franciscaanse gemeenschap?
Een begrijpelijke vraag, waar ze zelf verschillende keren op geantwoord heeft. Wat haar ten diepste verbond met de franciscaanse beweging, zo onderstreepte ze altijd, was de oorsprong ervan: de exclusieve keuze voor God van Franciscus en van Clara: het Deus meus et omnia (Mijn God en mijn al) van de heilige van Assisi en de woorden ‘Ik verlang niets anders dan God’ van Clara. In hen zag zij precies wat zijzelf zo helder zag: enkel God en enkel het Evangelie, sine glossa, zonder glans. Net als Franciscus had zij een zekere weerstand tegen het formuleren van een eigen Regel. Heel het Evangelie moest de Regel zijn. Net als de twee heiligen van Assisi had ze God leren kennen als Liefde, waaraan zij op radicale wijze wilde beantwoorden. Maar dat deed ze op haar eigen manier, in haar eigen tijd, met een eigen invulling. Ze liet zich leiden door wat de Geest haar ingaf. God schenkt voor iedere tijd nieuwe charisma’s.
Naast waardering bestaat er ook kritiek op de beweging. Welk licht werpt uw onderzoek op deze kritische geluiden?
Mijn onderzoek betreft het ontstaan van de beweging, haar relatie met de buitenwereld, vooral met de Katholieke Kerk, en haar doorwerking naar buiten. Ik heb dus niet de interne processen en verwikkelingen onderzocht. Als je die onderzoekt, dan stuit je zeker op kritische bevindingen: een kortzichtige uitleg die sommigen binnen de beweging hebben gegeven aan wat onder eenheid verstaan moet worden, met als gevolg soms excessieve ideeën over gehoorzaamheid, misbruik van gezag en een gebrek aan vrijheid om vrijuit te spreken. Er zijn helaas ook gevallen van seksueel misbruik geconstateerd. In de afgelopen jaren wordt binnen de beweging heel bewust gewerkt aan een cultuur van openheid en vrijheid. Want het Evangelie is een bevrijdende boodschap. Dat is precies de kern van Lubichs ideaal. Juist in dit kader plaats ik ook mijn eigen onderzoek: we moeten goed de kern van ons eigen charisma kennen, onze eigen bronnen ‘herlezen’ om ze goed te begrijpen en ze in hun authentieke kracht tot uiting te laten komen.
Wat gaat u doen nu dit meerjarenproject voltooid is?
Naast mijn werk bij de Stichting Thomas More en mijn activiteiten binnen de Focolarebeweging, heb ik negen jaar lang gewerkt aan dit onderzoek. Ik dacht: als dit af is, heb ik meer tijd. Maar nu al constateer ik dat dit niet waar is. Het is eigenlijk nog maar het begin… Er ligt nu een historisch goed gedocumenteerd bronnenonderzoek dat, wat velen binnen en buiten de Focolarebeweging mij zeggen, relevant is voor de Kerk en de samenleving van vandaag. En dus zal ik wel bezig blijven om die relevantie zichtbaar en vruchtbaar te maken. Wetenschappelijk, maar ook daarbuiten. Heel concreet ben ik al betrokken bij een project vanuit Lubichs idee van een ‘economie van gemeenschap’. We willen in ons landelijk centrum in Mariënkroon in Nieuwkuijk iets opzetten voor ondernemers en managers om hen te helpen hun bedrijf of organisatie grotere maatschappelijke betekenis te geven. Kortom, nog werk aan de winkel! Maar hoe dan ook, ik vertrouw erop dat Gods liefde me ook hierbij zal leiden.
Michel Bronzwaer, Enkel het Evangelie. Chiara Lubich: leven, werken spiritualiteit, Uitgeverij Nieuwe Stad.
De volledige tekst van het proefschrift, inclusief een samenvatting, is als pdf online beschikbaar, zie: dissertatie (uvt.nl)