Nu voor Kerstmis kan ik zeggen dat het een indrukwekkend jaar is geworden met veel afscheid nemen en vaarwel zeggen en ook van wennen op de nieuwe plek in Breda en kennismaken met nieuwe mensen. Maar we zijn heel goed terecht gekomen in een warm, licht huis, met andere bewoners: zusters en broeders, met aandachtige zorg en medewerkenden die heel voorkomend zijn.
Rond ons definitieve vertrek uit Tilburg heb ik voor mezelf de volgende bezinning geschreven die ik nu op het eind van dit bijzondere jaar als terugblik en al toekomstwens met jullie allemaal graag wil delen.
De thematiek van de laatste viering op 6 oktober in de kapucijnenkerk van Tilburg neem ik mee als achtergrondmuziek. Ik dank jullie allen heel hartelijk voor het meeleven in 2024 en wens jullie ‘vrede en alle goeds’ voor een heel mooi Nieuwjaar.
Geloven in God is al lang geen hot item meer in Nederland. En de kerk, die zegt God te vertegenwoordigen, is amper nog aanwezig bij de scharnierpunten van het leven. Wel is de houding tegenover gelovige mensen milder geworden, maar de vraag blijft: Wat heeft de kerk de zoekende mens van nu te bieden? Als autoritair mannelijk instituut is ze niet in trek. Is ook ver van gewone mensen af komen staan. En het kloosterleven als onderdeel van die kerk, is al lang niet meer aantrekkelijk voor jonge mensen.
Kan dat nog veranderen? Wellicht vinden we een antwoord bij Franciscus van Assisi, want die was een zeer aantrekkelijke vertolker van de liefde van God voor alles wat leeft.
Franciscus was ook een zoeker, heeft zes jaar gezocht voor hij wat lijn en vastigheid in zijn leven ontdekte. Hij vond die zin na de ontmoeting met een melaatse mens die zijn broeder wordt. En daarna hoort hij de Heer zeggen: ‘Ga, herstel mijn huis!’ Hij denkt dat hij het kerkje van San Damiano in de buurt van Assisi moet gaan restaureren. Later begrijpt hij dat hij een nieuwe impuls moet geven aan het christelijke leven in de kerk van toen. En als hij weer later de evangelietekst hoort: ‘Ga alles verkopen wat je bezit en geef het aan de armen’, dan wordt dát zijn evangelisch levensmodel.
Als een arme troubadour gaat hij door de wereld, verkondigt het goede nieuws van de Heer, beleeft vrede dichtbij de mensen en de schepping. Hij noemt mens en dier zijn broeder en zuster. Hij krijgt ongevraagd broeders en zusters die hetzelfde willen. Ze gaan twee aan twee door de wereld, zoals Jezus’ leerlingen. Bij zijn dood in 1226 zijn er al 5000!
Wij zien in de loop van de geschiedenis dat zijn broeders steeds opnieuw terug gaan naar de bron. Ze vragen zich af of het huis van hun leven nog sterk genoeg is, of het echt gefundeerd is op het evangelie van Jezus de Christus; of ze voldoende inzet hebben voor een goede aarde en of ze goede broeders zijn van elkaar en iedereen.
In de zestiende eeuw zijn de kapucijnen ontstaan als een hervormingsbeweging binnen de franciscaanse groeperingen. Ze willen strenger en completer het erfgoed van Franciscus beleven. En telkens hoorden zij: ‘Ga, en herstel mijn huis!’ Kapucijnen en andere minderbroeders willen leven in een sfeer van genoeg is genoeg; zij willen de minderen zijn en zo de vrede dienen. En met elkaar, samen, dat ideaal beleven; niet alléén maar sámen, als broederschap dus.
Zo hebben wij kapucijnen, de kant gekozen van eenvoudige en arme mensen. Wij waren waar nood was, vooral geestelijke nood. Wij werden milde biechtvaders in onze kloosterkerken, hielpen pastoors in parochies, preekten veel in gewone woorden, voor gewone mensen. Die voelden zich door parochieretraites etc. aangespoord om een goed katholiek leven te leiden. Wij propageerden volksdevoties rond de Kruisweg en de H. Antonius. Kortom we droegen Franciscus’ geest uit in nabijheid van mensen op allerlei manieren. In de begeleiding bijv. van de leden van de franciscaanse seculieren, waren sociaal bezig voor de jeugd in het Don Boscowerk en zorgden voor gezinsverzorgsters in de grote arme gezinnen. We gaven les aan de Leergangen en de latere theologische faculteit. En veertig jaar lang werkten medebroeders in de Trouwlaanparochie in Tilburg, een prachtwijk die aandacht nodig had.
In eenvoud nabij zijn aan mensen: dat blijft een prachtig ideaal om hier en nu te beleven. Kan dat nog in een tijd en een land waarin mensen van alles veel hebben en ze te veel consumeren. Velen lijden aan overgewicht en sommigen verrijken zich ten koste van anderen. Velen leven voor zichzelf alleen en op zichzelf, individueel, minder sociaal dan voorheen, sluiten zich af. In deze tijd met de snelste communicatiemiddelen zijn heel veel mensen eenzaam, voelen zich niet gezien en gehoord, proberen het zelf wel uit te zoeken. En velen lopen vast. Vooral jonge mensen lopen vast, ze moeten te veel. De feitelijke communicatie is dikwijls verstoord tussen mensen. Kijk en hoor maar hoe dat geuit wordt op de social-media, tot soms in de Tweede Kamer toe. Iedereen wil gelijk hebben en schreeuwt maar wat. We luisteren vaak heel slecht naar elkaar.
Een mooi iets is, dat steeds meer mensen bezorgd zijn om de franciscaanse thema’s van gewoon doen en genoeg is genoeg. Heel veel mensen zijn ook bezorgd om ‘moeder aarde’, zijn bang dat de jeugd ontspoort, zorgen er voor dat niet alle eten wordt weg gegooid en dat kleren worden afgedragen en gerecycled.
Zij gaan daarvoor niet naar het klooster maar leven wel heel religieus/aandachtig in Franciscus’ geest. Ze zijn het gehol om carriere te maken beu en tolereren niet langer het gegraai van rijken die nog altijd méér willen hebben. Zij wijzen ook voortdurend op het lot van de echte vluchteling en beleven solidariteit met hen.
Er zijn ook steeds meer mensen die zoeken naar stilte, naar verdieping en rust, hebben behoefte aan een goed gesprek. Veel mensen zijn op zoek naar aandacht, naar warmte en liefde, naar eenvoud van leven. En om de verantwoordelijkheid voor elkaar en de schepping samen te kunnen dragen.
Wat zou het mooi zijn als straks ons oude klooster in Tilburg, zo’n plek zou kunnen zijn en blijven voor zoekende mensen. Waar mensen welkom zijn hoe dan ook, medemensen vinden die luisteren en aandacht geven. Een plek van ontmoeting, van warmte: waar iedereen welkom is en zich thuis kan voelen. Voorheen was dat ook het geval: Je kon er letterlijk alles opbiechten wat je op je hart had. Hoe gelovig of ongelovig je ook was. En mensen voelden: In zo’n warm huis is God er altijd bij. ‘Waar vriendschap is en liefde, daar is God’. Hoe vaak zouden we dat niet gezongen hebben in onze kloosterkerk? Waar mensen om elkaar geven en ruimte geven, daar is God er bij. Waar zou Hij anders zijn?
Het thema van de slotviering in de kapucijnenkerk van Tilburg was: ‘Ga, en herstel mijn huis’. Het Tilburgse klooster is vaak ‘hersteld’, aangepast aan de noden van de tijden. Aanvankelijk voor jonge kapucijnenstudenten, later voor missionarissen op verlof en weer later voor zorgbehoevende broeders aan het eind van hun leven. Dat ‘restaureren’ gaat nog wel even door, denk ik, als we weten voor welke noden we nieuwe ruimte willen maken nu de oude bewoners weg zijn.
Ik zie en droom: Er komt een nieuwe broederschap in beeld die heel basaal zal beginnen, niet romantisch, maar terug naar de bron, terug naar wat Jezus de Heer zelf altijd gedaan heeft: aandacht geven, er zijn voor elkaar, doen waar om gevraagd wordt en wat voor de hand ligt. In Zijn geest niet alleen óver het evangelie vertellen, maar het dóen op een eenvoudige, oprechte en hartelijke manier. Daar zullen veel mensen blij van worden!
Ik zie een nieuwe kleurrijke zuster-broederschap groeien die franciscaans van kleur is, die oecumenisch is van samenstelling met mannen en vrouwen die hun gaven en talenten in dienst stellen van anderen: van zoekers, van eenzamen, van mensen die de weg kwijt zijn. Een groep die stilte en eenvoud in hun vaandel heeft, die voor elkaar wil zorgen en in geloof naar verbinding en houvast zoekt. – In eenvoud elkaar troostend nabij zijn, dat deden de kapucijnen voorheen ook. Nu zijn andere vormen nodig, maar wel in en vanuit dezelfde christelijke/evangelische bron.
Want als het nieuwe bouwwerk niet op de rots wordt gebouwd maar op zand, is het niet veel waard; het waait weg met de eerste de beste storm. Maar als het op de rots is gebouwd, dan kan het tegen een stootje. Dan heeft het kans van slagen!
Vanuit Breda zijn we benieuwd wat er in Tilburg tot stand komt en ook in Velp. In Franciscus’ geest kan er meer groeien wellicht dan we nu kunnen overzien. De wereld een beetje mooier maken: vanuit de bron die Jezus de Christus zelf is. Dat blijft een droom, een ideaal en opdracht voor ons allemaal, ook ná ons vertrek. Dat het ons allemaal heel goed mag gaan, in Tilburg, in Breda of waar ook. Dat we mogen leven in vrede!
Kerstmis / Jaarwisseling 2024-2025
Antoon Mars OFMCap