bible, scripture, book

Preek van afgelopen weekend

24 oktober 2023

Matteüs 22, 15-21

‘Mag men belasting betalen aan de keizer of niet?’ Dat vragen de farizeeën om Jezus in de val te lokken. Het lijkt een vraag die niets met ons leven of met onze tijd te maken heeft. En toch spreekt het evangelie altijd tot ons, ook vandaag. Het is geen boek uit het verleden dat nu en dan afgestoft moet worden of een stichtelijk boek uit de oudheid. Het evangelie is God zelf die tot mij, tot ons spreekt, ook vandaag. Jezus spreekt niet zoals de wijzen van deze wereld, die alles uitleggen, maar ons niet zeggen wat ons werkelijk verandert, namelijk: ‘Ik heb je lief’ of ‘Kom, volg mij’.

Jezus trapt niet in de val: Hij vraagt de farizeeën om Hem een belastingmunt te laten zien, de Romeinse munt die in heel het rijk werd gebruikt. Jezus vraagt hen van wie de afbeelding en het opschrift op deze munt zijn. Ze kunnen dan niets anders zeggen dan wat er op staat ‘van de keizer’. Op de munt staat de beeltenis van de keizer, de machthebber van die tijd, Die munt staat ook voor de stoffelijke wereld van alle tijden. Het staat voor de onderdrukking van het volk van toen, onder Romeinse bezetters, maar ook voor het volk van nu, dat in een vorm van slavernij leeft, gevangen door de macht van het geld, de gehechtheid aan stoffelijke zaken.

We zien dat in het volk van Israël, de Joden en de Palestijnen, gevangen in generatielange opstapeling van angst en vooroordelen, van onderdrukking, gevangen in een spiraal van haat en geweld. En als we weer terug gaan naar het verhaal van het Evangelie, dan horen we Jezus zeggen: ‘Geef aan de keizer wat van de keizer is, en aan God wat God toekomt’. Zijn antwoord onthutst de toehoorders. Zij, maar ook wij, worden gedwongen na te denken: wat is van de keizer en wat is van God? Opvallend in dit verhaal is dat Jezus de term ‘Afbeelding’ gebruikt, Dat brengt bij de luisteraar de zin uit het begin van de bijbel in herinnering: ‘En God schiep de mens als zijn beeld; als het beeld van God schiep Hij hem’.

Elke mens, ook de meest verdorvene en gewelddadige, en ook de meest kwetsbare, liefdevolle, is in zijn wezen getekend door een goddelijke aanwezigheid. Het is dus allereerst dit beeld dat teruggegeven wordt aan God. Dit beeld kunnen wij schaden, vernederen, beledigen of kapot maken. Maar wanneer wij onszelf of anderen schaden, schaden wij het beeld van God in ons. Jezus roept op om aan God terug te geven wat aan Hem toebehoort: Elke man en elke vrouw behoort aan God toe. Wat is dus van God? Elk menselijke schepsel is van God. De hele schepping is van God. Van God is de adem zelf, de adem van het leven, die wij van Hem ontvangen en aan Hem teruggeven, iedere keer als wij liefhebben. Wij geven die aan Hem terug op de laatste dag, als wij onze adem uitblazen.

Van God kunnen wij geen beeld maken, dat leren wij in de tien geboden. Maar wij kunnen het beeld van God zien in zijn Zoon en onze Broeder Jezus. We zien dat beeld in het gelaat op de icoon, dat ons in contact brengt met God. Het gelaat geeft een persoonlijke richting aan ons gebed. Opdat wij ons allemaal laten raken en inspireren door het gelaat van Christus. Deze icoon ziet de tranen van de moeders en de weduwen, deze icoon heeft de wanhoop gezien van wie alles verliest. Deze icoon voelt de pijn van de hardheid, van de wrok, van de haat. Het samenkomen rond het gelaat van Christus vergroot ons hart en zet ons aan, om elkaar als broeders en zusters te ervaren en zorg te dragen voor elkaar. Het kijken naar het gelaat van Jezus maakt ons hart zachter, laat zijn liefde stromen en maakt dat wij ons verbinden met elkaar als broeders en zusters.

Wij zijn elkaar gegeven om zorg te dragen voor elkaar, om lief te hebben. Van God is de vriendschap, die mensen met elkaar verenigt, de naastenliefde die Hij toevertrouwd opdat het kwade verslagen wordt. Ons hart is van God.

Teruggeven aan God wat van God is, wil zeggen: erkennen dat we niet meester van onszelf zijn, noch van anderen. We hebben veel, alles ontvangen en we moeten het teruggeven, vermenigvuldigen en delen met elkaar. Alleen als we dat wat wij ontvangen hebben, schenken aan mensen en geven aan God, vermenigvuldigen, vinden we toekomst voor onszelf en voor anderen. Alleen de liefde rooft niet, verliest niet, maar vermenigvuldigt zich, redt zit, geeft nieuw leven. Van God is de liefde, die het gezicht van iedere mensen mooi maakt en die scheppende kracht draagt. Dat is de beeltenis van God, zijn gelaat, geprent op onze ziel.

Neem mij aan zoals ik ben. Zuiver uit wie ik zal zijn.

Druk uw zegel op mijn ziel en leef in mij.

 

Andere berichten

Ga naar de inhoud