Het maartnummer van het bisdomblad Op Tocht bevat nieuws en verhalen uit het Aartsbisdom Utrecht en (ver) daarbuiten. Arnhem, Deventer, Utrecht maar ook Lourdes en Rome zijn bronnen voor verhalen in deze editie. Zo wordt in Utrecht de toren van de St. Catharinakathedraal gerestaureerd en werd in dezelfde stad onlangs een vormingscursus Catechese van de Goede Herder gehouden.
De Catechese van de Goede Herder is een methode voor de religieuze vorming van kinderen van 3 t/m 12 jaar: kinderen kunnen al heel jong groeien in hun relatie met God. De methode is bedoeld om de liefde voor en kennis van God te laten groeien. Deze wereldwijde vorm van kindercatechese is gebaseerd op de Montessori-pedagogiek, deelnemers reageerden enthousiast op de cursus.
Deventer stond in vorige maand een weekend lang het teken van Nicolaas Cusanus (Nicolaas van Cusa). Hij was afkomstig uit het wijnstadje Kues aan de Moezel, niet ver van Trier. Aanvankelijk was hij advocaat, later werd hij priester, bisschop en uiteindelijk kardinaal. De nieuwe Nederlandse vertaling van Cusanus’ belangrijkste boek ‘De docta ignorantia’ (De wetende onwetendheid) door Gert den Hartogh was de aanleiding om dit evenement te organiseren. Op het programma stonden lezingen, workshops, een concert, maaltijden, stadswandelingen, de boekpresentatie, een tentoonstelling en vieringen. Zo was in de Broederenkerk (parochie H. Lebuinus) de Utrechtse hulpbisschop mgr. Hoogeboom hoofdcelebrant tijdens de Pontificale Eucharistieviering, pastoor Cornelissen was concelebrant.
Rector Kuipers van de Utrechtse priesteropleiding het Ariënsinstituut doet verslag van een bijeenkomst in Rome. Daar kwamen in februari zo’n 1.000 verantwoordelijken uit zestig landen van over de hele wereld bijeen voor een internationale conferentie over de voortgezette vorming van priesters. Nieuw was de synodale manier waarop de deelnemers reflecteerden op de besproken thema’s. Na elke sessie met lezingen en best practices was er ruimschoots gelegenheid om in kleine taalgroepen met elkaar in gesprek te gaan. “Niet voor de vuist weg, maar in de vorm van een contemplatieve dialoog, dus biddend in gesprek met de Heilige Geest en met elkaar. Dat was heel verrijkend,” aldus Kuipers. “Zo ontstond er geen discussie, maar werd er geluisterd naar elkaars ervaringen en konden de vreugde en zorgen van het priesterschap met elkaar worden gedeeld.”
Kardinaal Eijk gaat in zijn column in op de beproevingen, die ieder van ons in zijn of haar leven meemaakt. “Ook ons geloof in Christus, de relatie met Christus, moet beproefd worden, zodat kan blijken of die ook standhoudt wanneer die iets van ons vraagt,” zo schrijft kardinaal Eijk. “Bij zulke beproevingen van ons geloof moeten we ons twee dingen steeds voor ogen houden. Op de eerste plaats staan we er in de beproeving van onze relatie met Christus nooit ofte nimmer alleen voor. De Heilige Geest mag dan toelaten dat we beproefd worden, maar zal ons hart ook met liefde voor Christus vervullen, zodat we – ondanks alle beproevingen van ons geloof – aan Christus trouw kunnen blijven. Bovendien worden ook wij door de zorg van een engel omringd, namelijk door die van onze bewaarengel.”
Lees de column van kardinaal Eijk Bestel dit nummer of neem een abonnement op ‘Op Tocht’