Ter ere van het hoogfeest van Pinksteren, wanneer de kerk bidt dat de Geest over ons zou mogen worden uitgestort, is het gepast even naar Franciscus van Assisi te kijken die op bijzondere manier uiting heeft gegeven van een leven dat op de Geest gericht was en de vrijheid kende zich aan de stem van de Geest te onderwerpen.
In het licht van de drie-eenheid
Franciscus van Assisi wordt als één der grootste mystici uit de christelijke traditie beschouwd. Aan hem was het vergund God te ervaren als levende aanwezige. Van Franciscus wordt gezegd dat al zijn zinnen vol waren van die goddelijke aanwezigheid. In zijn mystieke zoeken vindt hij God als Vader, Zoon en Geest. Met heel zijn wezen richt hij zich daarbij naar de Zoon, naar Jezus Christus. Dit uit zich in zijn verwondering over en diepe liefde voor de mensvorming van God, voor kerstmis. God wilde mens worden in de gestalte van een kleine arme. Als kleine arme wil Franciscus dus in Jezus voetsporen gaan. Even groot is zijn verwondering over en diepe liefde voor het kruis waarop Jezus, de Zoon van God, zich in totale nederigheid geeft voor de mensheid. In deze beweging naar de Zoon die hem daardoor naar de Vader wijst, weet Franciscus zich gedragen op de vleugels van de Geest.
Anders dan over zijn Christocentrisme en zijn gerichtheid op God als drie-eenheid heeft Franciscus weinig geschreven over zijn verhouding tot de Heilige Geest. Toch is Franciscus een echt kind van Pinksteren die zijn broeders voorhoudt boven alles te verlangen de Geest van de Heer en zijn heilige werking te bezitten.
Maar de broeders moeten voor ogen houden boven alles te verlangen de Geest van de Heer en zijn heilige werking te bezitten
Lees verder op: Op de vleugels van de Geest – Minderbroeders Franciscanen