#Geloven-hoe-zit-dat? Jezelf niet tekort doen

26 januari 2023

De sociale leer van de katholieke Kerk heeft vier principes of uitgangspunten. Zij vormen het echte hart van heel het katholiek handelen. We moeten respect hebben voor elkaar, we mogen elkaar niet pesten. We moeten met eerbied met de schepping omgaan. Maar waarom is dat en wat heeft dat met ons geloof en de katholieke sociale leer te maken?

In deze tweede aflevering uit een reeks van vier gaat het over de waardigheid van elke persoon: de menselijke waardigheid. Dat is niet alleen dat we een ander niet tekort mogen doen. Het is ook dat je jezelf niet tekort moet doen. Hoe zit dat? Bekijk de video!   Katholiekleven

Limarley werkt op school en is docent levensbeschouwing. Hij heeft deze vragen voor je:

  • Ken je mensen die zichzelf buitengesloten voelen of minder dan anderen?
  • Waarom voelen zij zich buitengesloten of minder dan anderen?
  • Hoe zou jij hen kunnen helpen bij hun zelfrespect en eigenwaarde?
  • Ieder mens is beeld van God. Kun je in je eigen woorden uitleggen waarom je ook jezelf tekort doet als je een ander niet respecteert als persoon?

Ga voor meer informatie naar de DOCAT playlist op YouTube en naar docat.nl

De waardigheid van de menselijke persoon volgens de DOCAT

(De nummers tussen haakjes verwijzen naar de DOCAT.)

Geschapen als beeld van God

De mens is een persoon. Persoon zijn wil zeggen: je kunt jezelf kennen en over jezelf nadenken, je kunt vrij kiezen en je kunt een gemeenschap met andere mensen aangaan. En door dat te doen, groei je als persoon. Als schepsel is de mens dan ook niet iets, maar iemand. Je bent als die persoon geschapen, gewild. Dat maakt ieder mens onvergelijkbaar waardevol. Ieder mens is uniek, juist omdat hij of zij een persoon is (47).

In de Bijbel staat dat de mens is geschapen als beeld van God, als imago Dei. God is persoon. De mens is daarom het schepsel van God dat de Schepper in de schepping representeert. Dat is niet iets passiefs. Want beeld zijn van de levende God betekent dat je als mens altijd betrokken blijft op God (met Wie je een persoonlijke relatie kunt onderhouden) en dat je alleen maar in verbondenheid met God de volheid van je mogelijkheden als persoon kunt ontwikkelen (47). Dat is ook wat iedere mens ten diepste verlangt. Zonder die verbondenheid is de mens rusteloos en ziek.

Sociaal

De menselijke persoon bezit ook een sociale dimensie. Je groeit op in een gezin; je leert veel mensen kennen, je maakt vrienden, misschien sticht je zelf een gezin; en je maakt deel uit van de (wereldwijde) samenleving. Beantwoorden aan je persoon-zijn wil niet alleen zeggen dat je een goede relatie met jezelf en met God hebt, maar ook een goede relatie met de mensen. Want vanuit die goede relatie kun je groeien door met elkaar te communiceren en van elkaar te leren. Zo kun je ook leren verantwoordelijk te zijn voor elkaar, dat we iedere mens de mogelijkheid geven om te groeien als persoon. We mogen mensen niet afsluiten van de mogelijkheid om zich vrij te ontwikkelen. En tenslotte: persoon-zijn heeft ook een ecologische dimensie. Als beeld van God zijn we ook de behoeders van de schepping, en dragen we verantwoordelijkheid voor een gezonde en duurzame leefomgeving (49). Want ook die draagt bij aan ons welzijn en dat van de komende generaties.

Geen middel, maar doel op zich

Een rechtvaardige samenleving moet de waardigheid van de menselijke persoon respecteren. Een mens mag niet worden uitgebuit of gebruikt om economische, politieke of sociale doelstellingen te halen. De mens als persoon is nooit middel, altijd doel op zich (55). De mens moet vrij zijn om zich als persoon te ontwikkelen en vorm te geven aan zijn sociale, politieke en religieuze leven. Aan de ene kant is dat zijn eigen verantwoordelijkheid, maar aan de andere kant is het ook de verantwoordelijkheid van de gehele gemeenschap. Personen kunnen hun verantwoordelijkheid nemen, maar zij kunnen ook verantwoordelijk worden gesteld (61).

Zonde en zondige structuren

Toch gaat de mens vaak tegen de gemeenschap in. Vaak zijn het egoïsme, hebzucht en machtswellust die iemand ertoe aanzetten mensen niet meer als personen te zien, maar als middelen om hun eigen doelen te bereiken door ze te onderdrukken, ze niet te beschermen of ze te misbruiken (62). In zijn vrijheid kan de mens zondig zijn, en dat heeft zijn uitwerking op de gemeenschap van personen. Iedere zonde heeft een persoonlijke en sociale dimensie, omdat zij ook schade toebrengt aan andere personen. Tegelijkertijd kan de mens als persoon door over zichzelf na te denken tot inkeer komen: het erkennen en benoemen van de zonde en van zondige structuren is de eerste stap op de weg van de bevrijding uit de zonde. Het is Christus die ons leidt op die weg. Hij wil ons uit de gevangenschap van de zonde bevrijden om een “beschaving van liefde” tot stand te brengen (51).

Vrijheid, waardigheid en gelijkheid

De mensenrechten zijn uitdrukking van de persoonlijke dimensie van de mens. Zij komen iedere mens toe als unieke persoon, omdat zij de fundamentele basis zijn voor een leven in vrijheid, waardigheid en gelijkheid. Zij komen iedere mens toe omdat hij beeld en gelijkenis van God is. Zij zijn onschendbaar, omdat de waardigheid van de persoon onschendbaar is. En ze zijn onvervreemdbaar omdat ze niet afgenomen mogen worden. Daarom moet iedere christen zijn stem verheffen wanneer schendingen van de rechten van de mens bekend worden of wanneer er landen en mensen zijn die ze niet erkennen (64).

Andere berichten

Ga naar de inhoud