Franciscus had een grote voorliefde voor Maria. Aan haar hadden we namelijk Jezus te danken.
Volgens Ludovicco Carracci (1555-1629) was deze liefde geheel wederzijds. Carracci laat dit zien in zijn schilderij ‘Visioen van de Heilige Franciscus’, waarbij Maria haar Kind aan Franciscus heeft toevertrouwd.
Carracci was één van de vroegste schilders die de emotionele kant van religieuze ervaringen onderzocht. Niet eerder was een tafereel als dit in de schilderkunst verschenen. Het werd omstreeks 1583-1585 geschilderd in Bologna.
Maar waar kwam dit tafereel vandaan?
Broeder Lucas Wadding (1588-1657) beschreef in zijn ‘Annales Minorum’ de geschiedenis van de franciscanen en daar lezen we over een broeder die Franciscus gevolgd was tot in een verlaten bos. Deze broeder zag daar hoe de maagd Maria haar Kind overdroeg in de handen van Franciscus. Dit zou zich rond 1215 hebben afgespeeld en daarmee ook verklaren waarom Franciscus op het schilderij geen kruiswonden heeft. Die waren namelijk van 1224.
Echter, de ‘Annales Minorum’ van Wadding dateren van 1625 en Carracci maakte zijn schilderij ongeveer veertig jaar eerder. In de hagiografieën en legenden over Franciscus vinden we nergens een verhaal dat verwijst naar het tafereel in dit schilderij. Daar vinden we alleen hoe bij Franciscus in Greccio met het Christuskind in zijn handen werd gezien (Bonaventura, vita major).
Vermoedelijk heeft Carracci gebruik gemaakt van een eerdere bron: de kronieken van de orde van de minderbroeders, zoals beschreven door broeder Marcus van Lissabon in 1557.
Eerdere gedachten dat de minderbroeder op het schilderij mogelijk niet Franciscus zou zijn maar Antonius van Padua hielden het niet lang. Alle afbeeldingen van Antonius met het Kind waren tot dan toe altijd in interieurs gesitueerd, nooit buiten in een bos, en ze gingen niet vergezeld van de maagd Maria.
In 1960 verwierf het Rijksmuseum in Amsterdam dit schilderij en daar hangt het nog steeds (Olieverf op canvas, 103 x102 cm).
Fer van der Reijken